ForumForum: Hoe ga ik om met het lijden op de aarde? Vraag 61: Als wij geen zelf hebben, wat van ons reïncarneert er dan eigenlijk? Forum: mijn dochter heeft de keuze gemaakt uit het leven te stappen. Hoe ga ik daar mee om? Vraag 59: Hoe ga je om met jaloezie. Waar komt dat vandaan? Forum: het zilvervisjesdilemma Vraag 57: Hoe kan ik mededogen hebben met iemand die pathologisch liegt en manipuleert? Vraag 55: Hoe kun je jezelf boeddhistisch profileren op het werk? Vraag 46: Hoe kan ik leren goed om te gaan met heftige pijn? Vraag 45: Hoe ga ik om met cynische mensen? Vraag 42: Hoe ga ik om met mijn angstaanvallen? Vraag 41: Hoe draag ik het boeddhisme uit zonder als een dominee over te komen? Vraag 40: Hoe blijf ik vrijgevig en vriendelijk tegenover mensen die meer willen dan ik kan geven? Vraag 39: Vertroebelen antidepressiva je meditatie? Radiovraag 6: Wordt het niet tijd voor een Boeddhistische Partij? Radiovraag 5: Hoe ga ik om met ergernis over mijn naasten?' Radiovraag 4: Wat zegt het boeddhisme over orgaandonatie? Vraag 38: Wat is egoloosheid volgens het boeddhisme? Radiovraag 3: Hoe kan ik mededogen voelen voor iemand die mij kwaad doet? Radiovraag 2: Hoe kan ik loslaten, maar niet vervallen in onverschilligheid? Radiovraag 1: Hoe neem ik afstand van de eurocrisis? Vraag 37: Loslaten is soms hard werken. Is het dan nog wel loslaten? Vraag 36: Moet je het leven laten gebeuren, of moet je juist actief doelen stellen? Vraag 35: Hoe handel je als boeddhist als vrienden je bedriegen of niet eerlijk tegen je zijn? Vraag 34: Mediteren lukt niet; er warrelt teveel door mijn hoofd. Hoe maak ik mijn geest leeg? Vraag 33: Waar ligt de grens tussen emoties controleren en deze toelaten? Vraag 32: Hoe kan ik een standpunt innemen met een werkelijk leeggemaakte geest ? Vraag 31: Betekent mededogen dat je alles maar moet tolereren? Vraag 30: Hoe kun je als boeddhist het beste met angst omgaan? Vraag 29: Hoe herken je je boeddhistische leraar, en aan welke criteria moet hij/zij voldoen? Vraag 28: Hoe vind ik het vertrouwen om te kiezen voor de dingen die echt belangrijk voor mij zijn? Vraag 27: Hoe kan het boeddhisme mij helpen uit de gevangenis van een laag zelfbeeld en depressie? Vraag 26: Hoe vergeef ik mezelf als ik weet dat ik gefaald heb? Vraag 25: Hoe kan het boeddhisme helpen om van een verslaving af te komen? Vraag 21: Ik kijk als een toeschouwer naar mijn eigen leven. Hoe krijg ik er vat op? Vraag 16: Wat moet je doen als je weet dat je doodgaat? Vraag 13: Hebben we ons karma en de daaruit voortvloeiende pijn uitsluitend aan onszelf te danken? Vraag 11: Hoe vind ik de motivatie en wilskracht in mezelf om mijn doelen te bereiken? Vraag 10: Ik vind het moeilijk om altijd compassievol te zijn. Hoe ga ik daarmee om? Vraag 9: Hoe kan ik op de kritische momenten toch een juiste beslissing maken? Vraag 8: Door te mediteren wordt mijn gevoeligheid groter, maar hoe ontwikkel ik mijn weerbaarheid? Vraag 3: We zijn allen boeddha’s. Wat betekent dat? |
Vraag 54: Juist het besef van het leven in het Nu - en dat er buiten het huidige moment eigenlijk niets is - maakt me depressief. Hoe kan ik dit anders zien? Op 27 januari stond met 45 procent van de stemmen één vraag op de eerste plaats van de cybermonnik-poll: Juist het besef van het leven in het Nu - en dat er buiten het huidige moment eigenlijk niets is - maakt me depressief. Dan doet niets er dus toe eigenlijk, en maakt dus ook niets me eigenlijk meer blij. Hoe kan ik dit anders zien?Zelf een levensvraag voor de cybermonnik? Stel 'm dan hier. Het antwoord van cybermonnik Maurice Knegtel: De vraag duidt precies de al te menselijke problematiek aan die het boeddhisme onwetendheid (avidya) noemt. In de woorden van de grote Tibetaanse leraar Chogyam Trungpa Rinpoche: het niet WILLEN zien van wat het geval is. Dit impliceert dat we volkomen wakker zijn. We zien heel goed wat het geval is. En we willen er niet aan. We leven vanuit een houding en een visie die de wereld op zijn kop ziet, zoals de historische Boeddha zei. Dank je wel, Ontwaakte, voor deze vraag! Natuurlijk is er alleen maar dit, hier, nu. Dit concrete dat ik zie, hoor, proef, voel, aanraak, denk, aan den lijve ervaar, op deze plaats en in dit moment. Wat ik me inbeeld, verwacht, bedenk, vrees, me in herinnering breng, dat is louter in gedachten, denkbeeldig, niet concreet. DAAR is altijd een andere plek dan waar ik feitelijk ben. DAN of TOEN is niet meer of nog niet. Wat anders is dan wat ik zie, hoor, proef, aanraak, denk, voel, komt nooit of is nooit geweest. Maar zelfs dat ideële kan ik me uitsluitend op dit moment bedenken. Zelfs mijn voorstellingen, angstdromen en herinneringen denk en droom ik uitsluitend nu en uitsluitend hier, in dit denkende, dromende lichaam. Kortom, ik kan op geen enkele manier buiten dit moment treden, noch buiten de plek waar ik ben. De depressie ligt voor een belangrijk deel in het feit dat alles ongrijpbaar is in het enige moment waarop ik ben. Hoe meer ik leef in dit moment, hoe meer ik hier en nu feitelijk aanwezig ben, fysiek, geaard, gegrond, samenvallend met dit concrete lijf, hoe minder ik daar ben of dan, of in een ander lichaam, hoe minder ik kan grijpen of begrijpen. Grijpen en begrijpen impliceren afstand. Hoe kleiner de afstand wordt, hoe minder mijn grip en hoe minder onderscheiden mijn begrip. Totdat alles samenvalt in dit moment en er niets meer is om te grijpen of om me aan vast te houden. En er niets meer valt te begrijpen. Dan is er alleen maar te zijn, aanwezig zijn op dit moment en op deze plek, het enige moment en de enige plek waar ik ben, met alles wat er hier en nu is – en dat is letterlijk ALLES. Voor het ik is dit dodelijk, want het heeft niets meer om zich op te richten, zich aan vast te klampen of om zich mee te oriënteren. De ware depressie schuilt in dit oplossen van het ik, met het oplossen van alle punten daar en dan, waar het ik zijn bestaan aan ophangt. Het ik blijkt ineens niet meer zo echt te zijn, zo eigenstandig, solide en hard. Het ik gedijt alleen in afstand en het wordt harder als het zich harder vastklampt, met name aan zijn harde ideeën en oordelen. En het ik komt altijd te laat. Het loopt achter de feiten aan, in de reflectie op wat zich voordoet. BOING!, de klok slaat. En het ik ontstaat in de realisatie ‘Ik hoor een klok’, maar net te laat, want het geluid van de klok is al weg. Hoe meer nu, hoe meer hier, hoe meer dit, hoe meer mijn lichaam samenvalt met mijn lichaam, hoe minder ik kan grijpen, hoe minder ik begrijp, hoe minder ik. Onder de depressie schuilt een angst. Een angst om te verdwijnen. En inderdaad, er verdwijnt zeker iets wanneer ik meer leef waar en wanneer ik ben. Wat verdwijnt, is de illusie van een op zichzelf staand, hard en soliede ik. Deze illusie verdwijnt en wat overblijft is precies wat er is. Een kat die loert naar een mus op een bladerloze tak tegen een kraakheldere winterhemel. Het geschreeuw van kinderen als de schoolbel gaat. De muffe geur van te lang gedragen sokken. De zoetzure sappen van een geelgroene appel. En het ik dat daarvan geniet. Alles doet er toe, zonder onderscheid. Alles is dit leven, JOUW LEVEN, op deze plek en in dit moment. Alles komt precies hier samen in een diepe en fundamentele verbondenheid. Hier, waar jij nu bent. Alles ademt een stille, maar intense, stromende vreugde van hier te zijn, dit te zijn, dit met alles resonerende, wonderlijke, schitterende, alles omvattende en onbegrijpelijke lichaam. |
Boeddhistische Omroep Stichting 2018 |