Vraag 37: Loslaten is soms hard werken. Is het dan nog wel loslaten?
Op 6 december stond met 54 procent van de stemmen één vraag op de eerste plaats van de cybermonnik-poll:
Loslaten is soms hard werken. Is het dan nog wel loslaten? Het antwoord van de cybermonnik van deze maand,
Maurice Knegtel:
In het proces van loslaten wordt vaak hard gewerkt. Dat wil zeggen, er wordt veel verzet geboden. Er wordt veel energie gestoken in het uitstel van het loslaten. Dit is maar goed ook, want zonder inspanning is er geen ontspanning. Zonder verzet is er geen overgave. Zonder hard werken is er geen loslaten.
Loslaten is geen hard werken. Loslaten is de toestand waarin ik niet doe. Niet doen kan ik niet doen, ik kan niet loslaten. Als ik ook maar iets doe, al is het het minste geringste, dan is dat werken en geen loslaten. De beoefening van meditatie geeft een helder inzicht in het wonderlijke fenomeen van het loslaten. Ik moet soms hard werken om de juiste lichaamshouding aan te nemen, zittend met gekruiste benen en een recht rug, mijn ellebogen naar voren en met kracht in mijn onderbuik. Dit harde werken is echter geen meditatie. Het is een voorbereiding op de meditatie. De meditatie begint wanneer ik niet meer doe. Ik word gemediteerd. Deze toestand heet loslaten.
In het proces van het verteren van het onverteerbare, lijkt loslaten veel op metaalmoeheid. Door het voortdurend belasten en ontlasten breekt er uiteindelijk iets in mij en breek ik. Ik heb mezelf verteerd in het verteren van het onverteerbare. Hoe dit gebeurt en wanneer dit gebeurt is niet te zeggen. Ik kan in mijn verwerking van een verlies moeilijk aangeven welke momenten momenten van loslaten waren. In het verteren van het onverteerbare, een proces dat lijkt op het afpellen van een ui, ontwikkelt zich door het breken van de schillen van mijn verzet een moeheid van de wil, die uiteindelijk na talloze spiraalgangen rond het verlies, het verlies eenvoudig laat zijn. Deze onbeschrijfelijke weg is een proces van loslaten. Hij leidt uiteindelijk tot een ontspanning van mijn wil, tot overgave en tot de vrijheid om mijn leven weer te leven - met het verlies.
Kortom, er is geen loslaten zonder hard werken. We kunnen er echter niet op vertrouwen dat als we maar hard genoeg werken, we op een gegeven moment loslaten. Beide hebben net zoveel met elkaar te maken als de beide rails van een spoor. Ze komen nooit samen. Als loslaten zich voordoet, is het een genade, een gift. Het komt niet van mij. En ik ben er op het moment van loslaten ook niet bij om de vrucht van mijn harde werken te ontvangen.